woensdag 21 maart 2007

Anne: "Ik ben maar een oma"


'Ik ben maar een oma. Ik donder door tot ik val", zegt Anne over haar computerkunde. We waren zojuist klant in dezelfde winkel aan de Ceintuurbaan, waar computerzaken elkaar gebroederlijk beconcurreren. Ik spreek mijn bewondering uit dat ze ondanks haar leeftijd de computertijdperk niet schuwt. Zo raken we op straat aan de praat. Het weer is lentezacht en zonnig. Anne vindt mijn cameraatje wel interessant. "Hoeveel foto's gaan nou op zo'n rolletje?" Er gaat een wereld voor haar open als ik de net gekochte geheugenkaart toon met een opslagcapaciteit van 999 foto's.

Als ik haar vertel dat ik na tien jaar weer terug ben en vind dat Amsterdam het best goed doet als stad, zegt ze: "Nou, de onschuld is toch wel weg in Nederland. Ik heb het dan niet over eeuwen terug, toen waren we even zwart - dus fout - als de rest van de wereld. Ik praat over de generatie van mijn moeder, rond 1900. Toen was iedereen in Nederland welkom. Ik ben toevallig hier geboren. Dus ik heb niets hoeven te doen voor mijn welvaart. Wie ben ik dan om iemand het recht te onthouden ook hier een stukje geluk te zoeken?
De mensen worden gewoon bang gemaakt. Ook door aardse machten. Denk maar aan de Bilderberggroep. Het zijn bankiers en koningshuizen die bepalen wie arm en wie rijk mogen zijn. Al zestig jaar werken ze aan een structuur waarbij één bovenuit torent."
Anne's generatie is "conservatief, afgeschermd en religieus" grootgebracht. Haar kinderen zijn uit de jaren zestig. Ze vindt het jammer dat ze nooit jaarboeken uit die tijd heeft bewaard. "Dan had je kunnen zien hoe die opvoeding en opvattingen doorspelen op de volgende generaties."
Anne gaat nog steeds onbevreesd door het leven. Als ik erop wijs dat haar tas openstaat, zegt ze: "Ach, wat kan mijn nou gebeuren. De auto staat vlakbij." En ik mag ook gerust een foto van haar maken. "Anne van Gurp", geeft zij vrijmoedig haar volledige naam op. Ook vertelt ze waar ik haar in het telefoonboek kan vinden.