Het is zondag. Ik ben op weg naar goede, oude vrienden Els en Peter. Eenmaal in de Lutmastraat, waan ik mij even beland in de jaren zeventig als ik dat rode mannetje, met muts op, zo ijverig dat oude model zie poetsen. Zo van achteren heeft hij veel weg van een poets-Turk. Nee; een Mokumse minimum-inkomer. Ik maak snel alvast foto's. Als ik nou maar geen uitbrander krijg.
"Is dat je liefhebberij, foto's maken", klinkt het zachtmoedig als ik in zijn vizier ben. Ik heb te maken met een vriendelijke jongeman van deze tijd - een cultuurbewaker. Luuk is zijn naam. Ik heb niet eens gevraagd hoe hij zijn naam spelt, dus schrijf ik het maar zo.
Wat een gaaf model is dat ding van Luuk. "Ja, we hadden eerst een Diana, maar we wilden een grotere en stabielere wagen", vertelt hij liefdevol over hun 'nieuwe' aanwinst, alsof het om het allernieuwste model gaat. "We hebben het hele land afgezocht en de vorige eigenaar had deze al jaren in zijn schuurtje staan", veklaart hij de nog gave lak van zijn oldtimer.
En dat betekent ook vrijstelling van wegenbelasting. "Inderdaad", beaamt Luuk van de Lutmastraat triomfantelijk en slim.
In Suriname zou dat geen overweging zijn, want daar betaalt niemand wegenbelasting.