dinsdag 24 april 2007

Alan: "Nu doe ik wat ik zelf leuk vind"


VONDELPARK - In Suriname noemden ze mij ‘rokkenjager’. Ik snapte het niet helemaal. Maar toen ik vanmiddag naar huis fietste en deze rok – nou ja: kilt – in het oog kreeg, sloeg ik als door een magneet aangetrokken roekeloos af en schoot het Vondelpark in. Plantte mijn fiets tegen een boom en begon mijn prooi brutaal te fotograferen. Maar gelukkig kon hij het wel waarderen en was hij een willig model. Eigenlijk wilde ik hem alleen als stadsgezicht, maar zijn bijzondere, niet bepaald alledaagse uitdossing ontlokte uit mijn mond de vraag: welke lifestyle moeten we hier achter zoeken?

“Ik ben kunstenaar.” Alan Celia is zijn naam. “Je moet elke dag de honden uitlaten”, zegt hij, alsof hij zojuist de deur is uitgestapt. Maar Alan onthult dat hij al bijna vijf uren erop heeft zitten. Lopend?! “Ja lopend”, bevestigt hij fitlachend. Hij is gestart bij het Rembrandtpark, stak via Slotervaartziekenhuis door naar het Nieuwe Meer en is via de Schinkelvaart uitgekomen bij het Vondelpark om zo richting huis, in de Baarsjes, te gaan.

En hij doet echt niet alleen voor de honden. “Ik vind het heerlijk, het geeft me inspiratie. Het is rustig. Vooral nu. In de zomer is het Nieuwe Meer vol met mensen. En zo zie ik ook veel van de natuur. Als je elke dag loopt dan blijf je gezond en zie je veel meer.”
En wat heeft hij allemaal zoal gezien? “Ik heb vandaag de eerste koekoek gezien. En dat is heel bijzonder”, zegt hij enthousiast. Maar tegelijkertijd vindt hij het zorgelijk. “Alles gaat veel sneller nu in de natuur. Dit is voor het eerst dat ik in april zonder trui loop. In februari heb ik bij de honden twee teken weggehaald. Teken gedijen vooral goed in warme en bosrijke gebieden. Ik maak me er zorgen over. Ik heb al vanaf mijn zestiende gezegd over de natuur: dit loopt fout. En ik ben nu al 57. Ik recycle alles al vanaf mijn achttiende.”

Alan onderschrijft volledig de ‘klimaatscrisis’ die Al Gore schetst in ‘An Inconvenient Truth’. Hij heeft de DVD al twee keer gezien. “Hij heeft gelijk”, zegt Alan over Gores bevindingen. “Al duizenden mensen zeggen dit de laatste jaren. Persoonlijk vind ik dat wel een beetje laat. Ik ben normaal echt niet zo pessimistisch maar dit jaar begon alles een maand eerder te bloeien en verloren de honden al hun wintervacht.”

Leeft hij van zijn kunst? “Halfhalf leef ik ervan. Daarvoor werkte ik in de verpleging, maar door een burnt-out ben ik eruit gevallen. Te veel gewerkt. Elke dag kwam ik letterlijk kapot thuis. Het komt door de bezuinigingen van de afgelopen twintig jaar. Heel vervelend. Nu doe ik wat ik zelf leuk vind.”
Nog een tip? “Je moet positief leven. Ook al zijn je gedachten niet altijd positief. Maar dan leef je tenminste. Daarom moet je alleen doen waarin je zin hebt. En niet wachten tot je tachtigste. Dan is het te laat.” Wat voor soort kunstenaar is Alan? “Ik maak schilderijen. Voornamelijk landschappen.” Nou dan zal-ie inderdaad heel veel indrukken en inspiratie opdoen.

zondag 8 april 2007

Rosan: "Ik ben al van de oudere lichting"


MUSEUMPLEIN - Er zijn van die dagen dat je je op straat begeeft met de vraag: ‘Wat ligt er voor mij weggelegd vandaag?’ Ik had al lekker veel foto’s gemaakt. Aanvankelijk wilde ik via de Gabriël Metsustraat doorsteken naar huis. Komt er ineens een bootje langsvaren in de Hobbemakade. Ik racen naar de volgende brug om het digitaal vast te leggen, waardoor ik uiteindelijk besluit via het Museumplein te fietsen. En dan zie je ineens een drentelelfje skeeleren in de zilverende halfpipe. Voorzichtig maar moedig. En dan is er ook die andere klik. “Hé, je bent mijn mooiste plaatje voor vandaag?” roep ik welgemeend. “Echt waar?” klinkt het belangstellend. En dan stel je gewoon even een paar vragen. Aarzelend vraag je naar haar naam. Als je die ook krijgt, is het vertrouwen er. Rosan. In ruil daarvoor krijgt ze een kaartje van mijn weblog. Terwijl je doorpraat, besef je ineens: “Hé, jij bent de volgende aflevering voor mijn Straatpraat.”


“O ja?” zegt Rosan verheugd alsof het om een alombekende rubriek gaat. Ze is jong en betoverend. “Hoe oud ben je; het kan 21 zijn maar ook vijftien.” O jeetje, wat zeg ik nu. “Negentien jaar”, luidt het geduldig. Heb ik het toch zo gek nog niet gezien; je ziet de jongevrouw het meisje verdringen. Rosan skeelerde al enkele jaren eerder, was er meegestopt en is nu weer aan het oefenen. Met welk doel? “Gewoon voor de leuk.” Dus we zien je straks niet een hoelaloep doen? “Nee, moet je kijken hoe hoog dat ding is. Dat doen alleen gasten die de hele dag stoned zijn, die hebben hun angst weggerookt. Dat geldt voor zo'n 70 procent… zeg maar de hardcore pipeskaters.”


Maar ze oefent toch ook om in de zomer een van de krenten in de stadspap te zijn. “Nee, gewoon als vervangend vervoermiddel voor de fiets. Je bent er net zo snel mee. Dat deed ik vroeger al met mijn zusje en een vriendin.” Wat doet Rosan in het dagelijks leven? “Ik studeer medicijnen.” Wat, zo jong en dan al aan de medicijnen! “Nou, als je tegenwoordig klaar bent met je middelbare opleiding, dan ben je pas zeventien. Ik heb nog een schakeljaar tussendoor gedaan. Ik ben dus al van de oudere lichting.” Hm, we leven in een snelle tijd. Heeft ze nog een statement? “Je lichaam is je tempel. Daarmee moet je voorzichtig omgaan en je geest de ruimte geven zich op allerlei vlakken creatief te ontplooien.” Wauw! Het is pas zes uur, de zon schijnt heerlijk. Dik tevreden en geraakt, fiets ik naar huis, na de ontmoeting met een engel op deze Stille Zaterdag.